Bij Bredero denk ik meteen aan “’s Nachts rusten meest de dieren, ook mensen goed en kwaad”. Ik heb dit lied thuis jarenlang veel gezongen, gewoon voor mezelf, achter de kookpannen, de afwas of de strijk. Ook “Nu dobbert mijn liefje op de ree, op de woelende springende baren” zong ik graag, en ook wel “Fijtje Floris mijn speelmeisje, wil je mee naar buiten gaan?” als ik toe was aan iets minder weemoedigs.
Ik leerde deze liederen kennen door wijlen mijn echtgenoot Louis Peter Grijp, luitist en leider van Camerata Trajectina, de Utrechtse muziekgroep. In 1985 speelde Camerata het muziektheaterprogramma “Bredero Amsteldammer”, gezet in een karikaturale Jordaankroeg met penozejongens. Voor dit programma zocht Louis de melodieën bij de gedichten van Bredero bijeen. Boven de teksten in Bredero’s “Groot Liedboek” staat namelijk wel de titel vermeld van een destijds algemeen bekend lied waarop men toen de liedtekst meteen kon zingen, maar de muzieknotatie ontbreekt. Louis speelde de liederen thuis op de luit, onder andere om de tekstplaatsing uit te werken.
Zo hoorde ik ze vele malen, ook tijdens optredens van Camerata, en kon ik algauw hele coupletten uit het hoofd zingen. Dat gaf een extra dimensie aan de teksten merkte ik, ze gingen meer tot je spreken. Het zingen bij het koken en afwassen is er inmiddels een beetje afgesleten, maar nu ik eraan terugdenk kan ik zo weer het hele eerste couplet van “’s Nachts rusten meest de dieren” uit mijn hoofd zingen, en ook flarden van andere Bredero-liederen - herinneringen aan voorbije tijden.
Verantwoording
De foto is in 1985 gemaakt door Anthony Akerman, de regisseur van het Bredero-programma.
Annemies Tamboer doet studie naar opgegraven muziekinstrumenten. Zij publiceerde daarover onder andere het boek “Opgedolven Klanken". Afbeelding door Floris Grijp.
Comments